Een visafspraak met mijn beste vriend, F., zeg ik natuurlijk niet snel af, en dus stapte ik zaterdag in de auto naar Utrecht om daar achter de snoek aan te gaan. De hele ochtend was het droog gebleven en volgens mijn lokale bron zou het ’s middags droog blijven in Utrecht. Het bleek een dagje bikkelen te worden. Wordt hard werken beloond?
Zo op de satelliet vond ik dit er snoekerig uitzien, dus we spraken af op de parkeerplaats vlakbij. Eenmaal ter plaatse lijkt het wel of dit stukje water opnieuw ingedeeld is sinds de satelliet langs vloog, want er blijft erg weinig water over om in te vissen. Al die mooie hoekjes blijken overgroeid met struiken, en er staat een hoop riet in het water. Ietwat ontmoedigd staan wij op punt om toch eens een plugje te werpen, als er heel duidelijk een snoek zich laat zien tijdens zijn jacht. We staan meteen op scherp, want in een gebiedje van vijf bij 20 meter moet zo’n beest toch te pakken zijn.
Terwijl we een goed kwartier aan het werpen zijn, laat meneer zich nog twee keer in verschillende hoekjes zien, maar onze pluggen wil hij niet hebben. Net als ik zeg “laten we verder lopen en het straks nog een keer proberen”, heb ik beet! Hij lijkt goed te hangen, dus ik geef nog een keer een dreun voor de zekerheid. Jep, snoek hangt. Toch verlies ik dan wat spanning op de lijn, klooi ik twee seconden aan mijn slip, en hop daar ligt mijn AliExpress killer weer bij mijn voet.
Balen, maar dat geeft moed. Moed die ook hard nodig is, want het is me toch een pokkeweer… We lopen verder met het idee dat we het op de terugweg alsnog weer proberen. In de volgende twee inhammetjes is geen actie te bekennen, ook niet met de meest uitgekiende worpen langs het riet.
Terug naar stek één. We hebben hier echt met een showsnoek te maken, want meneer is alweer druk bezig met zijn wateracrobatiek. Terwijl we ‘m toch weer twee à drie keer zien, wil hij ook het spinnerbait van F. niet hebben. De verleiding is groot om maar te blijven werpen, maar op een gegeven moment moet je zo’n plek maar gewoon noteren voor de volgende keer, denk ik.
We proberen het nog even aan de overkant van het water, maar daar is het vrijwel overal niet meer dan 10 centimeter diep. We stappen weer in de auto, misschien ook wel gewoon zodat we weer een beetje kunnen opwarmen, en rijden verder naar de volgende plek. Waar ik op de satelliet alleen maar polderslootjes had gezien, treffen we nu een soort van kunstplas aan. Staatsbosbeheer is hier kennelijk flink bezig geweest het afgelopen jaar, en het lijkt mij dat dit op de korte termijn niet veel goeds zal betekenen voor de visserij hier.
We proberen het nog op een andere plek die er echt super uitziet vanaf de kant maar hoewel we keihard in de ijskoude regen doorbikkelen, en alleen op basis daarvan al een PR-snoek verdienen, blijft het ook hier akelig stil. We besluiten het na een uur of twee maar op te geven.
Vanuit de auto bel ik Afina vast om af te spreken in Gouda voor een koffie met appeltaart te gaan. De rest van de dag gloeien mijn handen en voeten nog na.